![]() |
![]() |
![]() |
|
Heden en verleden van de Indianen van het Zuidwesten |
|||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||
Door Julio Punch Mesa Verde National Park Als je in het Zuidwesten rondreist en geïnteresseerd bent in Indianen, is Mesa Verde National Park haast een verplicht onderdeel. Net zoals alle andere national parks in de VS moet je toegang betalen, die in dit geval zes dollar per persoon bedraagt. Je hebt dan wel een week lang toegang tot het park. In het park opereert ook het bedrijf Aramark. Zij organiseren rondleidingen van een halve en rondleidingen van een hele dag, waarbij bij de laatste optie ook een lunch is inbegrepen. Hierbij moet ik zeggen dat ondanks dat ik voor de rondleiding van een hele dag had gekozen, je er eigenlijk meerdere dagen voor zou moeten uittrekken om alle ruïnes te zien die er in dit park zijn. Het startpunt van deze rondleiding bevindt zich in een complex dat vlakbij het Fair View Visitor’s Center is gelegen. Dit visitor’s center doet zijn naam eer aan, want het uitzicht dat je er op het park hebt, is werkelijk fantastisch. Het visitor’s center heeft een museum dat de evolutie van nomadische jagers en verzamelaars tot de sedentaire bouwers van adembenemende bouwwerken poogt weer te geven. Bij Fair View Lodge (het startpunt voor de rondleiding) aangekomen, werd ons verteld dat in tegenstelling tot eerdere berichten de rondleiding niet om negen uur, maar om half tien begon. Het kan best zijn dat men dit met opzet doet, aangezien het toch wel een half uur rijden is van de ingang van het park naar Fair View Lodge. De gids en zijn toehoorders verplaatsen zich door het park door middel van een bus. Voordat we van start gingen, werd er uitleg gegeven over het programma van de dag en tevens over het feit dat bepaalde onderdelen wel het een en ander van de lichamelijke conditie van de deelnemers zou vergen. Als er mensen waren die op dat moment af wilden zien van de rondleiding, dan konden ze naar de balie gaan en hun geld terugkrijgen. Toen iedereen van de partij bleek te zijn, feliciteerde de gids ons met onze keuze. In de eerste plaats waren er geen kinderen (het schooljaar was immers weer begonnen) en ten tweede waren bepaalde gedeelten van het park sinds een paar dagen weer toegankelijk. Daarvoor waren ze niet toegankelijk met het oog op het gevaar van bosbranden, iets waar men de maanden voor mijn bezoek erg onder te leiden had in de VS. De rondleiding is goed opgezet door voor een chronologische volgorde te kiezen wat betreft de plekken die worden bezocht. In de stalen, zilverkleurige bus die bestuurd werd door een man met een petje en een grijs ringbaardje kon ik mij al snel in de teletijdmachine van Professor Barabas wanen. We hadden het die dag goed getroffen met deze zeer enthousiaste gids die, zoals we later zouden horen, tot gids van het jaar was verkozen door het bedrijf Aramark. Het park heeft een interessante ontstaansgeschiedenis. In 1890 werd voor het eerst het plan geopperd om een national park van het gebied te maken. Het gebied dat het tegenwoordige park beslaat, behoorde toentertijd de Ute Indianen toe. Nog steeds wordt een groot gedeelte van het park omgeven door het reservaat van de Ute Indianen. Er is zelfs een klein stukje van het park dat overlapt met het Ute-reservaat. De Ute wisten wel van de ruïnes, maar hielden zich er verre van, aangezien volgens hen daar nog steeds de geesten rondwaarden van de mensen die daar gewoond hadden en die kon men het beste met rust laten. Zelfs tegenwoordig willen veel Ute nog steeds niet dicht bij de ruïnes in de buurt komen. Er is een berg die vanuit de Ute-religie als heilig wordt beschouwd, de zogeheten Sleeping Mountain. De berg kreeg zijn naam doordat hij van een afstand op een man lijkt die met gekruiste armen ligt te slapen. Dit gebied hadden de blanken zich echter toegeëigend. In die tijd waren er twee rijke en invloedrijke dames in het Oosten die hun geld en invloed aanwendden voor zaken als deze, Virginia McLurg en Lucy Peabody. Door hun invloed nam de toenmalige president, Theodore Roosevelt, een wet aan die het illegaal maakte om objecten bij archeologische vindplaatsen te ontvreemden. Ook nu nog is een van de slagzinnen in Mesa Verde: “take only photographs and leave only footprints”. Inmiddels hadden de blanken ook wel door dat Mesa Verde een uniek stukje historie herbergde en maakten de vorengenoemde dames ook deze zaak aanhangig bij de toenmalige president. Korte tijd later zaten de blanken met de Ute aan de vergadertafel. De blanken zeiden iets in de trant van: "Sorry voor die heilige berg. Als wij dat stuk grond met de berg erop aan jullie teruggeven, mogen wij dan Mesa Verde hebben?". Er wordt wel gezegd dat dit de eerste onderhandeling tussen Indianen en blanken was waarbij beide partijen met een grote grijns op hun gezicht de onderhandelingstafel verlieten. Voor het eerst werd er een park gesticht in de VS dat niet gericht was op het behoud van de natuur, maar op het behoud van bouwsels die door mensen waren gemaakt. De eerste stop van de tour was bij een opgegraven en overdekte pithouse, die een goed beeld gaf van deze vroege woning van de Anasazi. De bewoners van de periode in kwestie worden ook wel “Basketmakers” genoemd, vanwege de prachtige manden die zij vlochten. Deze groep vestigde zich rond 550 in Mesa Verde. Rond deze tijd namen zij afscheid van het nomadische leven en werd de jacht als belangrijkste voedingsbron omgeruild voor de landbouw. De keus voor Mesa Verde als woonplaats lag voor de hand, gezien de vruchtbare bodem. De plattegrond van een pithouse lijkt een beetje op het cijfer acht. Er is een woonkamer en een kleinere opslagruimte. Een pithouse lag gedeeltelijk onder de grond. Vier in een vierkant opgestelde palen ondersteunden het voornamelijk van boomstammen en modder gemaakte dak. Het rookgat was tevens de in- en uitgang. Ook aanwezig was een sipapu, een gat in de vloer dat aan de onderaardse herkomst moest herinneren. Rond 750 gingen de bewoners aaneengesloten clusters van boven de grond gelegen woningen bouwen en gingen de pithouses als kiva’s dienst doen. Dat waren immers de woningen van de voorouders en via de voorouders waren zij gelinkt aan de religie. Buiten de overdekte pithouse gaf de gids uitleg over de flora die door de Anasazi werd gebruikt. De gids vertelde dat alleen daaraan een volledige rondleiding van een dag gewijd zou kunnen worden. De pinyon brengt noten voort die gekookt als voedsel dienden en ongekookt als laxeermiddel. Tevens maakte men er lijm van en blijken de noten antibacteriële eigenschappen te bezitten. De bessen van de jeneverbes werden gebruikt om eten mee op smaak te brengen. De bast werd gebruikt als luiers voor baby’s en om vuur mee te maken. Bovendien werd hout van beide bomen gebruikt om woningen te bouwen en als brandhout. De meest veelzijdige plant die de Anasazi gebruikten, was de yucca-cactus. De bladeren werden gebruikt om matten, manden, touwen en sandalen van te maken. Samen met kalkoenenveren en eekhoornvellen werden er mantels van gevlochten voor in de winter. Van de toppen van de bladeren werden naalden gemaakt. De bloemen werden in de lente gegeten. Van de wortels maakte men een shampoo die tegenwoordig nog door veel Navaho’s wordt gebruikt. Zij beweren dat deze shampoo ervoor zorgt dat hun haar niet uitvalt of grijs wordt. Na een flinke rit door een gedeelte van het park was het op een gegeven moment tijd voor de eerste ruïne, een plek die “Fire Temple” wordt genoemd. Archeologen hebben hier onderzoek verricht en er zijn noch van bewoning noch van religieuze rituelen sporen gevonden. Het ziet er dus naar uit dat men hier kwam om te “feesten” bij enorme vuren die er gestookt werden. Hierbij moet gezegd worden dat tabak de enige drug (strikt genomen) was die hier werd gebruikt en dit alleen bij rituelen. Er is nooit enig bewijs gevonden dat aangeeft dat hier maïsbier of jimsonweed (ook wel bekend als doornappel of datura stramonium) werden genuttigd, dit in tegenstelling tot elders in het Zuidwesten. De eerste rotswoning die we bezochten, was Spruce Tree House. Deze werd in 1888 ontdekt door twee jongemannen die een zoekgeraakte koe probeerden te vinden. Zij bereikten de ruïnes door langs een spar (spruce tree) naar beneden te klimmen, alhoewel tegenwoordig velen beweren dat het een ander type boom was. De boom zelf is al heel lang geleden geveld. Deze ruïnes zijn vrij toegankelijk, wel geeft een ijzeren ketting aan tot hoever bezoekers mogen komen. Om bij de rotswoningen te komen, moet je eerst 15 minuten een pad volgen dat in de canyon afdaalt. Het is dan ook mogelijk het beekje te zien waar de vroegere bewoners dankbaar gebruik van gemaakt moeten hebben. Toen de eigenlijke ruïnes plotseling voor me opdoemden, duizelde het me toch wel even, ondanks dat ik al meerdere Anasazi-ruïnes had bezocht. Het complex is bijzonder goed bewaard gebleven omdat het in een rotsspleet is gehuisvest en daarom d Spruce Tree House telt ongeveer 114 kamers en acht kiva’s. Sommige van deze kamers fungeerden als opslagruimtes voor met name maïs, bonen en kalebassen. Zo’n 100 mensen hebben hier gewoond. Twee kiva’s werden gereconstrueerd. Door veel Indianenstammen worden dit soort ruïnes als heiligdommen beschouwd. Met de Hopi bestaat een overeenkomst die inhoudt dat zij eens in de zoveel tijd gebruik mogen maken van de kiva’s. Meestal gebeurt dat ’s avond. De rangers laten de Hopi binnen en daarna wordt er niemand meer toegelaten. Wat er in de kiva’s plaatsvindt, weten alleen de Hopi zelf. De woningen hebben twee verschillende openingen: vierkante en t-vormige. Wat precies het verschil was, weten we niet. Er is wel geopperd dat de ene ingang gold voor privé-vertrekken en de andere voor iedereen toegankelijke ruimtes. Al snel denk je bij jezelf als je ze ziet: “die Anasazi moeten niet al te groot zijn geweest” en dat was natuurlijk ook zo. De Anasazi waren aanzienlijk kleiner dan wij, al gold dat natuurlijk ook voor de Europese mens uit die tijd. Het afval werd op een soort vuilnisbelt gedumpt vlak voor het complex. Archeologen hebben veel informatie kunnen winnen uit het onderzoeken van de overblijfselen. Er zijn ook wel menselijke skeletten gevonden in dat soort afvalhopen. Dit betekent niet dat de Anasazi respectloos omgingen met hun doden. In hun levensvisie werd het normaal geacht dat als iets niet meer in harmonie is met het leven, het terugkeert naar Moeder Aarde. Overigens zijn er slechts enkele skeletten op die locaties gevonden en elders zijn nooit skeletten gevonden. Wat de Anasazi met hun doden deden, is dus een groot raadsel. De velden die door de Anasazi werden bewerkt, bevonden zich boven op de mesa. Door middel van inkepingen in het steen konden ze dagelijks naar boven en naar beneden klimmen. In onze ogen zou dat een zeer riskant huzarenstukje zijn, maar voor hen was het ongetwijfeld de normaalste zaak van de wereld. Om via de inkepingen naar boven te klimmen, moest men een bepaalde code kennen in de trant van eerst links, dan twee maal rechts, enz. Zo was de pueblo minder toegankelijk voor buitenstaanders met kwade bedoelingen. De levensverwachting voor vrouwen lag achter in de 20 en voor mannen voor in de 30. De kindersterfte zou naar onze maatstaven extreem hoog zijn en bedroeg ongeveer 50 procent. Heeft u ooit een foto gezien van Mesa Verde dan zal dat in negen van de tien gevallen er een van Cliff Palace zijn geweest, de grootste ruïne van Mesa Verde. Men kan deze ruïne alleen in groepen onder begeleiding van een park ranger va Vanaf het startpunt van de rondleiding heb je een prachtig uitzicht op de canyon. De ruïne laat zich goed fotograferen vanaf dit punt en daar werd dan ook door velen dankbaar gebruik van gemaakt, mijzelf incluis. Het complex telt 150 kamers en maar liefst 9 kiva’s. Het complex heeft ook een uitkijktoren, wat erop duidt dat de bewoners evenals de befaamde beschavingen van Midden-Amerika als de Tolteken en de Maya’s, zich bezighielden met het bestuderen van de sterrenhemel. De uitkijktoren kan natuurlijk ook gediend hebben om vijanden in het oog te krijgen, maar voor zover zoiets het met archeologisch onderzoek valt na te gaan, waren de Anasazi een tamelijk vreedzaam volkje. Velen houden tegenwoordig rekening met de mogelijkheid dat er slechts zo’n 100 mensen permanent in Cliff Palace woonden en dat het een plek was waar eens in de zoveel tijd mensen bijeenkwamen voor rituelen of festiviteiten. Vanaf 1250 begonnen de Anasazi groepsgewijs Mesa Verde te verlaten en tegen 1300 was dit gebied zo goed als verlaten. Aangezien de Anasazi geen geschreven documenten hebben nagelaten, zullen we waarschijnlijk nooit 100 procent zeker zijn van de redenen van deze exodus. We weten uit de resultaten van onderzoek van de kringen in bomen dat er in die tijd een aanhoudende droogte het Zuidwesten teisterde. Ook nam de bevolking sterk toe wat tot gevolg kan hebben gehad dat het land uitgeput raakte en de wildstand overbejaagd. Een derde reden is dat er mogelijke conflicten met agressieve nieuwkomers waren die de voorouders waren van de huidige Navaho en Apache. Er zijn nog vele honderden Anasazi-ruïnes in het Zuidwesten waar archeologen nog geen onderzoek hebben verricht, dus sommige van onze vragen zullen in de toekomst wellicht worden beantwoord, maar andere zullen waarschijnlijk eeuwig onbeantwoord blijven. Hetzelfde kan eigenlijk gezegd worden over hun relatie tot de hedendaagse pueblo-stammen. Men zit bijvoorbeeld met het vraagstuk van de verschillende talen. Alleen al in New Mexico zijn er bij de pueblo Indianen drie taalfamilies, en ten minste twee talen zijn verloren gegaan. Hoe kan dit nou als al deze stammen van één volk afstammen? De Indianen zelf kijken hier toch wel wat anders tegenaan en vinden dat de wetenschappers ‘spijkers op laag water zoeken’ met al hun onderzoeken om het maar eens op z’n Hollands uit te drukken. Een Indiaanse vrouw zei eens tegen onze gids: “They are our ancestors and that’s that”. Bezoek de website van Mesa Verde National Park. Navajo Codetalkers Exhibit Vanuit Albuquerque zetten wij koers naar de fameuze Grand Canyon met onderweg een bezoek aan het reservaat van de Navaho Indianen. Voordat we dat reservaat bereikten, reden we ook nog een behoorlijk stuk over het reservaat van de Ute. Tijdens mijn reis van twee jaar geleden dacht ik dat het Pine Ridge-reservaat van de Lakota in Zuid-Dakota qua armoede zich onderaan de ladder bevond. Maar toen ik op dit reservaat de behuizing bekeek, zag ik eigenlijk weinig verschil en dat ging eigenlijk ook op voor onder meer het reservaat van de Acoma. Er zijn misschien wel wat minder autowrakken en sommige gebouwen zijn opgetrokken in de pueblo-stijl. Maar verder zie je niet zo bijster veel verschil. Navaholand is ook weer een ervaring op zich. Het reservaat is vijf keer zo groot als Nederland en er wonen slechts zo’n 300.000 zielen. Grote gedeelten zijn dan ook ‘niemandsland’ in de ruimste zin des woords. Geen tegenliggers, geen huizen, geen mensen en ook geen dieren. Slechts het dorre, taaie landschap met zijn begroeiing. Misschien beeldde ik het me in, maar ik vond de Navaho over het algemeen erg aardig ten opzichte van buitenstaanders. Toen ik inkopen ging doen in een bescheiden supermarkt hoorde ik mensen om me heen in de stamtaal converseren. Er hing in de supermarkt een aanplakbiljet voor de komende Miss Navaho-verkiezing. Er werd een uitgebreide reeks eisen aan de deelneemsters gesteld waaronder dat zij nog nooit zwanger mochten zijn geweest en dat ze zowel het Engels als de stamtaal vloeiend moesten beheersen. Op het door mij zeer geliefde internet had ik gelezen dat er op het reservaat van de Navaho Indianen een tentoonstelling was over de “codetalkers”. Dat leek me best interessant. Het was allemaal wel een beetje vaag, het enige wat ik te weten kwam, was dat de tentoonstelling zich bij de Burger King in de stad Kayenta bevond en aangezien Kayenta maar één Burger King heeft, leek het me wel te doen. Mijn voorgevoel bleek juist, de Burger King stond al tientallen kilometers tevoren aangegeven. De Burger King eenmaal gevonden, was het vinden van de tentoonstelling de volg In de niet al te omvangrijke vitrines kan men objecten bewonderen die door de codetalkers werden gebruikt of met hen verband houden: het unieke legeruniform van de codetalkers, gasmaskers, veldflessen, handgranaten, enkele objecten uit Japan en een “certificate of appreciation” van niemand minder dan de voormalige filmster en president van de VS Ronald Reagan. Toen ik voor de vitrines stond, kwam er een oude Indiaanse mevrouw naar me toe met een milkshake in haar hand. Ze wees naar een van de foto’s en zei: “Zie je die jongen op die foto, daar heb ik vroeger mee in de klas gezeten”. Ze vertelde dat ze nu 73 was en dat ook de kinderen en de kleinkinderen van de codetalker in kwestie bij de marine werkten. Keer op keer blijkt hoe trots de Indianen zijn op hun oorlogsveteranen. Ik merkte het twee jaar geleden bij de prairie Indianen en ook tijdens deze reis verscheen er toen we door het Navaho-reservaat reden uit het niets een bord langs de weg met daarop de tekst “We honor our war veterans”. In Taos Pueblo liep er een oude baas rond die een petje droeg met daarop de tekst “World War Two Veteran”. Zelfs bij de vreedzame Hopi was er een man die bij de luchtmacht had gediend en dit uitte door een grote vlag met het woord Airborne erop aan de zijkant van zijn woning in de pueblo te hangen. In de Tweede Wereldoorlog werden diverse codes gebruikt door het Amerikaanse leger. In 1941 droeg een zekere Philip Johnson, een militair die was opgegroeid op het Navaho-reservaat, het idee aan om de Navaho-taal als code te gebruiken. Het gebruik van Indiaanse talen als codes door het leger had al eerder plaatsgevonden, maar veel van de talen die voorheen waren gebruikt, waren inmiddels bestudeerd door Duitse studenten en daarom niet meer voor dit doel geschikt. Dit gold niet voor het Navaho en bovendien vergt het leren beheersen van deze taal meerdere jaren. De legerleiding ging ermee akkoord om het eens te proberen. De legerleiding bleek tevreden en zo werd de eerste lichting codetalkers een feit. Ik denk dat je gerust kunt stellen dat de Tweede Wereldoorlog, en met name de strijd tegen de Japanners in de Stille Zuidzee, er wel eens heel anders uit zou hebben kunnen zien zonder dit geheime wapen. Alle andere codes die in de Tweede Wereldoorlog door de Amerikanen werden gebruikt, werden door de Japanners gekraakt. De Aziatische herkomst van de Navaho zorgde soms voor problemen. Van een afstand leken de codetalkers net Japanners in Amerikaanse legeruniformen en het heeft een aantal keren weinig gescheeld of het Amerikaanse leger had een codetalker minder gehad. Dit probleem werd opgelost door een speciaal uniform te creëren. Pas in 1968 werd het gebruik van deze code openbaar gemaakt. Niet al te lang geleden heeft er over dit onderwerp een speelfilm in de bioscopen gedraaid die inmiddels ook in de videotheken zou moeten liggen. De film heet Windtalkers. Monument Valley Tribal Park Na de tentoonstelling over de codetalkers was het doorrijden naar het Monument Valley Tribal Park. Toen ik uit Kayenta vertrok, zag ik een woo De traditionele woning van de Navaho, de hogan, een hut met een zes, dan wel achthoekige plattegrond, zie je nog vrij regelmatig op het reservaat, vaak ook in combinatie met modernere woonvormen als trailer homes of gewone huizen. Alhoewel de hogan tegenwoordig uit moderner materiaal wordt opgetrokken, is de traditionele vorm nog duidelijke herkenbaar. De Navaho hebben afkeer van alles wat met de dood te maken heeft. Vroeger was het gebruikelijk dat als iemand in een hogan overleed, de hogan werd verbrand en er een nieuwe werd gebouwd. Het schijnt dat zelfs sommige Navaho die tegenwoordig in Westerse woningen wonen, een op stervend liggend persoon buiten neerleggen, alwaar de desbetreffende persoon zijn of haar laatste adem kan uitblazen. Na enige tijd rijden verdwenen de hogans, pick-up trucks en trailerhomes en waren wij terug in het niemandsland. De rode rotsen, struiken van nog geen meter hoog en bosjes van kort, droog gras worden telkens opnieuw in een schij De entree bedroeg vijf dollar per persoon. Bij het visitor’s center heb je waarschijnlijk het beste uitzicht op dit natuurwonder. Drie fantastisch gevormde mesa’s van rode steen doen zelfs de meeste arrogante mens zich nietig voelen. Het aantal cowboyfilms dat hier werd opgenomen, is niet te tellen. Het visitor’s center heeft een restaurant met grotendeels Indiaans personeel en van hieruit kan men diverse trips maken onder leiding van Indiaanse gidsen. Op vijf minuten rijden van het visitor’s center bevonden zich aan weerskanten van de weg houten bouwsels die het meest op marktkramen leken. Sommige waren verlaten en op andere werd Indiaanse kunstnijverheid te koop aangeboden. Het zag er allemaal zo wankel uit dat ik het gevoel had dat ik alleen maar hoefde te blazen en de hele boel zou instorten. Je ziet dergelijke aaneenschakelingen van stands ook in andere delen van het reservaat vrij regelmatig langs de wegen, soms met prachtige panorama’s erachter. Het is bekend dat de Navaho veel waarde hechten aan humor en gelach. Dat ondervonden wij toen we na een aaneenschakeling stands te hebben gepasseerd een groot bord langs de weg zagen staan met daarop met grote letters de tekst “Turn back, nice Indians behind you”. Het is bij de Navaho gebruikelijk dat als een baby voor de eerste keer lacht (dit gebeurt meestal als een baby een paar maanden oud is), de ouders een feest geven waarvoor ze al hun vrienden en familieleden uitnodigen. De persoon die de baby aan het lachen brengt, kan daarbij op een fiks cadeau rekenen. Archeologen hebben in Monument Valley Tribal Park ruim 100 ruïnes gevonden van de Anasazi, die alle van vóór 1300 zijn. Makkelijk moet hun leven hier niet geweest zijn, gezien de geringe regenval. De Navaho, die hier betrekkelijke laatkomers waren, hoeden hier inmiddels ook al enige eeuwen hun schapen. Hoe lang de Navaho hier precies wonen, is niet bekend. De Navaho zelf gaan evenals de pueblo stammen uit van een onderaardse origine. De wetenschap houdt er een iets andere interpretatie op na. Die gaat ervan uit dat de Navaho verwanten zijn van de eveneens Athapaskisch sprekende stammen in Canada en dat zij van daaruit, samen met hun verwanten de Apache, zuidelijk zijn geëmigreerd. Ik had best meer tijd willen doorbrengen in Monument Valley, maar de tijd drong. We hadden nog een fikse rit voor de boeg op weg naar de wereldkampioen van het natuurschoon: de Grand Canyon. Bezoek de website van Monument Valley Tribal Park. Klik op de bladeren voor de overige delen van mijn reisverslag: Deel één: Het Pueblo Indian Cultural Center, de Indiaanse markt van Santa Fe, het Museum of Indian Arts and Culture en Taos Pueblo. Deel twee: Bandelier National Monument, Indian Arts Research Center, Aztec Ruins National Monument en Acoma Pueblo. Deel drie: Mesa Verde National Park, Navajo Codetalkers Exhibit en Monument Valley Tribal Park. Deel vier: Grand Canyon National Park, Wupatki National Monument, het reservaat van de Hopi Indianen en het Museum of Northern Arizona. |
|||||||
|
|||||||
![]() |
![]() |
Tekst en foto’s, copyright, Julio Punch, 2003. |