In het land van de Gevederde Slang

Een reisverslag - deel één

Mexico City

Na in totaal 14 uur vliegen vanaf Schiphol land ik 18 december 2004 in Mexico City. De plaatselijke tijd is negen uur ‘s avonds. Het kan zijn dat het maar zelden voorkomt dat alles misloopt in zo’n aankomsthal wat er maar mis kan lopen (koffers zoek, reisleidster onvindbaar, vliegtuig officieel niet geland, enz.), maar het gebeurt toch. Hoe is het toch mogelijk, denk ik, dat een der meest geordende samenlevingen uit de geschiedenis, die der Azteken, tot zo’n chaos kon verworden?

Het is dus wachten geblazen voor ons bij de ingang van het vliegveld totdat alles in goede banen is geleid. De taxichauffeurs, die bij de ingang staan en niet naar binnen mogen, spreken ieder mens dat naar buiten komt aan met “taxi?”. Ze houden er een merkwaardig ritueel op na waarbij ze met zijn allen met veel lol op een collega inmeppen. Na lang wachten gaan we uiteindelijk in drie taxibusjes naar het hotel. Het verkeer in Mexico City lijkt wel even chaotisch als het vliegveld. Men rijdt hard en agressief en het lijkt me een wonder dat we heelhuids het hotel bereiken. Na een nachtje slapen is de Zocalo oftewel het centrale plein van Mexico City aan de beurt.

Het Nationale Paleis

Op 15 minuten loopafstand van ons hotel bevindt zich de Zocalo oftewel het centrale plein. Op het plein wappert de Mexicaanse vlag. De afbeelding van de op een cactus gezeten adelaar met een slang in zijn bek is terug te voeren tot de mythologie van de Azteken. Hen was voorspeld dat zij zich moesten vestigen op de plek waar een adelaar op een cactus een slang in zijn bek hield. Aldus geschiedde en vanuit deze plek, naar beweerd wordt de plek waar nu het Templo Mayor-museum staat en vroeger de grote tempel, vestigden de Azteken zich, bouwden de stad Tenochtitlan en veroverden van daaruit een enorm rijk.

Het interessantste gebouw aan het plein voor Indianenliefhebbers is het Nationale Paleis waar de beroemde muurschilderingen van Diego Rivera (1886-l957) te vinden zijn. Vroeger stond op deze locatie het paleis van de beroemde keizer Motecuhzoma II. Bij de ingang moet altijd per groep één iemand een paspoort tonen. Word je doorgelaten, dan kom je uit in een open binnenplaats. De muurschilderingen beginnen aan de noordkant op de begane grond en lopen door op de eerste verdieping van het paleis. Fotoapparaten met flitsers zijn niet toegestaan, dus tot mijn spijt fotografeer ik niet. Het paleis wordt bewaakt door mensen van het leger waar je maar beter geen last mee kan krijgen, denk ik bij mezelf. Gelukkig zijn er anderen in de groep die technologisch verder gevorderd zijn dan ik, zodat ik toch wat leuke foto’s van de muurschilderingen heb kunnen plaatsen.

De muurschilderingen zijn echt adembenemend. Op het voorpaneel staan werkelijk alle hoofdrolspelers uit de Mexicaanse geschiedenis vanaf de Spaanse verovering afgebeeld. Van Cortes tot Dona Marina (zijn Indiaanse minnares en tolk) van Bartholomeus de Las Casas tot Pancho Villa (de Mexicaanse Robin Hood). Sommigen van hen zijn zo realistisch geschilderd dat ze bijna driedimensionaal lijken.

Aan de rechterkant van het paneel is een weergave geschilderd van de voor-Spaanse tijd. In het centrum zit een blanke man in Indiaanse kledij. De Indianen zitten om hem heen alsof ze hem aanbidden. Er vliegen gevederde slangen door de lucht. Dit is de legendarische Quetzalcoatl oftewel de Gevederde Slang, een blanke man die de Indianen hun cultuur bijbracht en over de zee vertrok, maar niet alvorens te beloven eens terug te zullen keren. Toen Cortez in 1519 het rijk der Azteken aandeed, dacht men dat Quetzalcoatl was teruggekeerd. Met alle gevolgen van dien.

Het “Mexicaans Engels” van onze gids is niet al te duidelijk. Gelukkig versta ik het meeste wel. Op de andere panelen staan verschillende inheemse thema’s afgebeeld. Eén ervan is een prachtige schildering van El Tajin, een belangrijke stad in het voor-Spaanse Mexico, gelegen in de Mexicaanse provincie Vera Cruz. De afgebeelde tempel heeft een pagodeachtige vorm, wat volgens sommigen duidt op Chinese invloed. Ook de voladores, waarover straks meer, ontbreken niet op deze muurschildering. De gids wijst erop dat als je een muurschildering van één kant bekijkt en dan doorloopt naar de andere kant de tempel van beide kanten driedimensionaal lijkt. Dit geldt ook voor de ogen van mensen en honden.

Een ander paneel geeft Cortez weer. Hij is met opzet heel lelijk geschilderd. Een baby van een Indiaanse vrouw heeft blauwe ogen. Een verwijzing naar de Mestiezen, de bevolkingsgroep die deels van Spaanse en deels van Indiaanse afkomst is. Rivera week er niet voor terug ook de gruwelijke aspecten van de geschiedenis te tonen. Het uitrukken van ogen bij Indianen die hun eigen godsdienst trouw bleven, is heel realistisch weergegeven. Rivera heeft zijn kroniek in beelden jammer genoeg nooit voltooid. Er moesten nog meerdere panelen worden geschilderd toen hij overleed in 1957.

De kathedraal aan de Zocalo 

Een andere bezienswaardigheid aan de Zocalo is de gigantische Cathedral Metropolitan. De kerk zelf werd gebouwd met de stenen van gesloopte tempels van de Azteken. Men begon mett de bouw in 1572 en pas in 1813 werd hij voltooid. Het is een mooie en vooral hoge (net geen 70 meter!) kerk van de buitenkant bezien. De drukte om de kerk is enorm. Deze zondag worden de kinderen gedoopt en de families drommen samen in lange rijen. Zo druk dat het buiten is, zo rustig word je bij het binnentreden van de kerk. De koelte, etherische gezangen en levensgrote beelden van heiligen brengen mij meteen in hogere sferen. De versiering binnen is kitscherig en toch mooi zoals alleen de Katholieken dat kunnen.

Het museum van de Templo Mayor

Schuin achter de grote kathedraal bevindt zich het museum van de Templo Mayor. Het grootste gedeelte van het museum bevindt zich in de buitenlucht. Er is echter ook nog een overdekt museum met een leuke gift shop. Het museum werd geopend op 12 oktober 1987. In de muren aan de buitenkant zijn uitspraken van Cortez en pater Sahagun (een van Cortez’ manschappen) gekerfd. Politieagenten zien erop toe dat er geen rare dingen gebeuren. In het overdekte gedeelte kan je voorwerpen bewonderen die zijn gevonden bij opgravingen in het open gedeelte. Tevens staat er een voortreffelijke reconstructie op kleine schaal van het heilige plein van Tenochtitlan. Jammer genoeg wordt er alleen informatie in het Spaans gegeven, wel kun je hier een Engelse audio-tour doen, maar ik heb er de tijd niet voor.

Er staat een voortreffelijk model op kleine schaal van het heilige plein van Tenochtitlan. De twee belangrijkste Azteekse goden waren Tlaloc, de regengod en Huitzilopochtli, de god van de oorlog. Deze twee goden hadden elk een tempel op de hoogste piramide van Tenochtitlan. Aan beide goden is een vleugel in het museum gewijd. In het aan Tlaloc gewijde gedeelte liggen veel objecten als schelpen die door de Azteken met water werden geassocieerd.

Het belangrijkste zijn echter de fundamenten van de Azteekse tempels die vanaf 1978 werden blootgelegd. Deze fundamenten kwamen aan het licht bij reparaties aan het elektriciteitsnetwerk.

De fundamenten beslaan ongeveer 20 bij 20 vierkante meter en zijn zeer indrukwekkend. Het best bewaard gebleven is waarschijnlijk de tzompantli of schedelmuur. Het is een brok steen waarin mensenschedels zijn uitgehouwen.

Het Nationale antropologische museum

Na in totaal acht metrohaltes met één keer overstappen bij misschien wel de drukste en krapste metrorit die ik ooit heb meegemaakt, arriveren wij op loopafstand van het Nationale antropologische museum (oftewel het Museo Nacional de Antropología). Dit museum is het ideale startpunt voor elke reis door Midden-Amerika. De buurt waarin het is gelegen, was vroeger een favoriete verblijfplaats van de Azteekse adel en ook de huidige presidenten vertoeven er graag. Als we bij het museum aankomen, zijn we nog net op tijd om een optreden mee te maken van de “voladores” (zij die vliegen) dat meerdere keren per dag op het terrein van het museum wordt gegeven. Vier in traditionele klederdracht gehulde Totonaken cirkelen aan touwen gebonden om een ijzeren paal met hun hoofden naar beneden. Bij elke cirkel komen ze dichter bij de grond. In totaal worden er 365 cirkels voltrokken wat overeenkomt met het aantal dagen in een jaar. Helemaal bovenop de paal zit een eveneens in traditionele klederdracht gehulde voladore te trommelen en te fluiten. Ik krijg al hoogtevrees door ernaar te kijken, wetende dat de man ook weer naar beneden zal moeten klimmen. Een dag later vertelde onze gids bij Teotihuacan (waar deze voorstellingen ook worden gegeven) dat het gebruikelijk is dat de drummer voordat hij afdaalt ook nog eens gaat zingen en dansen op het platform!

Daarna was het doorlopen naar het museum. In de hal moeten tassen en jassen worden afgegeven. Daarna moet je nog door een metaaldetector. Als je een videocamera mee naar binnen wilt nemen, moet je extra betalen. Fototoestellen mogen gratis naar binnen. Het is mogelijk om een soort koptelefoon in de vorm van een grote mobiele telefoon te huren voor 100 pesos. Je moet hiervoor echter wel een paspoort of ander identiteitsbewijs als onderpand geven. Deze audio-tour is zeer aan te raden aangezien de meeste informatie bij de voorwerpen alleen in het Spaans wordt gegeven. Als je een bepaald nummer indrukt, geeft een vrouwenstem in het Engels uitleg over het desbetreffende voorwerp. Soms staat het corresponderende nummer op het voorwerp afgebeeld. Je krijgt ook een stencil uitgereikt met een plattegrond van het museum waarop alle nummers staan waarvan het merendeel helaas niet te lezen is. Afgezien van dit nadeel is de informatie die je krijgt voortreffelijk.

De acht zalen, die ieder aan één beschaving zijn gewijd, bevinden zich om een open binnenplaats met een fontein in het midden om een prachtig gekerfde zuil. De eerste zaal van het museum die wij bezoeken, is het restaurant. Het zal ongetwijfeld niet het goedkoopste restaurant in Mexico City zijn, maar de ruimte is schoon, de bediening vriendelijk en het eten lekker. In dit museum kan je uren ronddwalen zonder alles gezien te hebben. Het totale traject is dan ook bijna 5 kilometer lang. De zalen over Teotihuacan, de Azteken en de Maya’s vind ik zelf het indrukwekkendst. Inhoud, opzet en architectuur maken dit een museum van wereldklasse.

Klik op de bladeren voor de andere delen van dit reisverslag:

Deel één: Het Nationale Paleis, de kathedraal aan de Zocalo, het Templo Mayor-museum en het Nationale antropologische museum.

Deel twee: Het Plein van de drie culturen, Teotihuacan en de basiliek van Guadalupe.

Deel drie: Monte Alban, Antropologisch museum van Oaxaca, Santo Domingo kerk, Mitla en de Canyon del Sumidero.

Deel vier: San Juan Chamula, San Lorenzo, het Na Bolom museum en het privé-museum van Sergio Castro.

Deel vijf: Tonina, Bonampak, Yaxchilan en Palenque.

Deel zes: Tikal, Chichen Itza en Tulum.

Tekst en foto’s, copyright, Julio Punch, 2005.