Indianenstrips

Van alle inheemse volken op deze aardbol is er geen enkel volk waarover zoveel strips zijn gemaakt als de Indianen van Noord-Amerika. Waarom Indianen zo populair zijn bij striptekenaars (en schrijvers) is moeilijk te achterhalen.
In dit artikel heb ik geprobeerd een overzicht te geven van Nederlandstalige strips, die op een positieve manier over Indianen handelen. Als u interesse heeft in een of meerdere van de in dit artikel vermelde strips kunt u zich het beste wenden tot de plaatselijke stripdealer. Als dit niks oplevert, kunt u het eventueel proberen bij de boekhandel, de bibliotheek of bij De Slegte, want ook daar verkopen ze strips.

Delgadito

Een van de absolute hoogtepunten in het Indianenstrip-ouvre komt van onze eigen Paul Teng, Nederlander én Kiva-lid. In 1981 verscheen het eerste deel van de Delgadito-serie bij Uitgeverij Panda. Delgadito is een door blanken opgevoede Nedni-Apache, die in honderden zwart-wit tekeningen uiterst realistisch tot leven komt. Het zijn echter niet alleen de tekeningen die deze strips realistisch maken. Ten eerste zijn de personages geen ‘supermensen’, maar menselijke wezens die ook fouten maken. Ten tweede zijn de avonturen van Delgadito zowel volkenkundig als historisch verantwoord. Paul Teng heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zich grondig documenteert tijdens het schrijven (het scenario van de serie schreef hij zelf) van zijn verhalen. In 1984 verscheen het vierde en totnogtoe laatste Delgadito-album, dat zich afspeelt in het prairiegebied. Paul Teng zou meerdere strips over Rusland maken alvorens in 1993 over te schakelen op de avonturen van de middeleeuwse huurling Shane. In de afgelopen jaren heeft hij twee keer een korte Indianenstrip getekend voor het meisjesblad Tina.

De Franse Indiaan

De Franse Indiaan van de twee Fransen Ramaïoli (tekeningen) en Durand (tekst) is ook een uitstekende Indianenstrip. Het eerste deel van deze serie met de gelijknamige titel kwam in de Nederlandse vertaling voor het eerst uit in 1980 bij Uitgeverij Dupuis. Het verhaal gaat over een begaafde Franse bioloog die vanwege de Franse revolutie Frankrijk moet verlaten en zodoende in Amerika terechtkomt, waar hij in contact komt met de Lakota-Indianen, die hem na verloop van tijd als een der hunnen in de stam opnemen. Van deze serie werd ook een tweede deel gemaakt. Beide delen zijn in kleur.

Yakari

Er is waarschijnlijk geen enkele Europese striptekenaar die zoveel Indianenstrips heeft gemaakt als de Zwitser Derib. Samen met zijn vriend Job maakte hij de stripserie Yakari over een klein prairie-indiaantje dat in elk album een nieuw avontuur beleeft met een nieuwe diersoort. Bij Uitgeverij Casterman verschenen maar liefst 32 delen van deze voor jongere kinderen bedoelde strips.

Buddy Longway

Naast Yakari verschenen bij Uitgeverij Helmond twintig delen over de saga van Buddy Longway, een blanke trapper met een Lakota-vrouw. Deze serie, die zowel levensecht als romantisch is, kreeg vier verschillende prijzen toegekend, waaronder de Phénixprijs in 1975.
Het in 1995 verschenen “De laatste afspraak” was een waar hoogtepunt. Buddy ontmoet daarin een oude medicijnvrouw die hem eindelijk de waarheid vertelt over Buddy’s vader, die zij ooit heeft liefgehad. Het leek erop dat dit het slot zou zijn van deze serie, maar in 2002 keerde Buddy na een afwezigheid van 15 jaar in al zijn glorie terug voor het zeventiende deel van deze serie. In 2006 verscheen het laatste deel van de Buddy Longway serie. In dit deel vindt Buddy de dood. In tegenstelling tot andere striphelden is Buddy Longway niet onsterfelijk en lijkt hij met ieder album ouder en wijzer te worden.

Hij die tweemaal geboren werd

Omdat Derib zijn fascinatie met de Noord-Amerikaanse Indianen wat verder wilde uitdiepen (wat niet mogelijk was binnen het kader van de avonturen van de blanke Buddy Longway), besloot hij het levensverhaal van een medicijnman van een prairiestam van zijn geboorte tot zijn dood te vertellen in een lang verhaal in drie delen: “Hij die tweemaal geboren werd”, naar mijn mening de beste Indianenstrip ooit gemaakt. Het eigenlijke verhaal van “Hij die tweemaal geboren werd” telt in totaal 120 pagina’s. Het eerste deel, Regenstorm genoemd, verscheen voor het eerst in een Nederlandse vertaling in 1983 in de serie Verhalen en Legenden van Lombard-uitgaven. De overige twee delen, De Zonnedans en De levensboom, volgden kort daarop. Alle drie de delen zijn voorzien van een inleiding van een wetenschapper.
In de inleiding in het eerste deel vertelt Derib over zijn meesterwerk: “Het verhaal heeft een ander vertelritme dan de gewone strip: ik heb de tekeningen het zwaarst laten wegen om te laten zien hoe het volk leefde, welke problemen het kende, welke zekerheden, welke vreugden. Ik geloof in de mystieke krachten van de Indianen, in hun genezende vermogens die ze via inwijdingen ontvangen door bepaalde levenswetten. Ik geloof in de adel van dat ras.”
In 1993 besloot Lombard-uitgaven “Hij die tweemaal geboren werd” opnieuw uit te geven. De voorkanten van deze uitgaven zijn nieuw en als bonus zitten er een aantal tekeningen bij die niet in de voormalige edities stonden. Na de eerste drie delen neemt Derib een sprong van 150 jaar en gaat het verhaal verder met het ook al eerder verschenen “Red Road”, waarin Amos, een hedendaagse Lakota jongere, de nodige avonturen beleeft. Na Red Road verschenen nog drie vervolgdelen. In deze serie is gepoogd het huidige reservaatleven van de prairie Indianen weer te geven. Naarmate de serie vordert vindt de hoofdpersoon langzaam maar zeker zijn roeping in het leven.

Hans G. Kresse

Geen enkel artikel over Indianenstrips is compleet zonder vermelding van wijlen onze eigen landgenoot Hans G. Kresse (1921-1992), die door velen in binnen- en buitenland wordt gezien als een der beste realistische striptekenaars die ooit hebben geleefd. Kresse schreef (en tekende) al over het gruwelijke onrecht dat de Indianen werd aangedaan toen dit in het geheel nog niet in zwang was en de meeste Indianenactivisten van vandaag nog geboren moesten worden.
Vooral de wat ouderen onder ons zullen Hans G. Kresse kennen van zijn chef d’ouvre Erik de Noorman, die tussen 1946 en 1964 maar liefst 76 verschillende avonturen beleefde. Ook deze tekststrip in zwart-wit bevat Indiaanse invloeden. De vrouw van Erik heet Winonah, de naam die bij de Lakota Indianen aan de oudste dochter van een gezin wordt gegeven. Winonah is in de serie de priesteres van de Steen. Stenen spelen een belangrijke rol in de traditionele Indiaanse spiritualiteit. Daarnaast reist Erik zelf twee maal naar Amerika af.
Hieronder vindt u de complete biografie van Indianenstrips die werden gemaakt door Hans G. Kresse. Ik heb echter niet van al deze strips kunnen achterhalen of zij in kleur zijn of niet. De laatste drie delen zijn in kleur.

  • De Grote Otter (1946).
  • De Gouden Dolk (1947). Een leuke “collector’s item” voor verzamelaars. Dahinda, een Indiaans jongetje van de Mohikanen stam, beleeft spannende avonturen die door Kresse met zwart-wit tekeningen worden uitgebeeld.
  • In de Tipi (1947-1948).
  • Drie verhalen onder de titel Matho Tonga (1948-1953) die zich afspelen bij de prairie Indianen.
  • Tom in de greep van de Zwartvoet Indianen (1954).
  • Vele gekleurde illustraties bij Indianenverhalen die verteld werden door Quint (beter bekend als de bekende jeugdschrijver Anton Quintana) in het toenmalige jeugdblad Pep (1965-1973).
  • Mininic (1970).
  • Mangas Colarados, woestijn van wraak (1971-1972). Deze strip over dit beroemde Apache-opperhoofd werd in 1994 opnieuw uitgegeven door Uitgeverij Boumaar. Deze nieuwe uitgave is voorzien van een inleiding van de historicus Rob van Eyk. Deze strip verscheen zowel in kleur als in zwart-wit.
  • Wetamo, de heks van Pocasset (1972-1973). Dit verhaal uit de beruchte King Philip’s War van 1676-1677 werd in 1992 opnieuw uitgegeven. Ook dit deel bevat een inleiding van bovengenoemde historicus.
  • Negen verschillende delen in de Indianenreeks van Uitgeverij Casterman (1972-1982). Deze strips gaan over de belevenissen van een groep Faraon-Apache, in de periode dat de eerste blanken hun land betraden.
  • Voorkanten van Indianenboeken als De vlucht van Nataiyu (1981) en De roodharige Apache (1983) van Kathe Recheis en diverse delen van de bekende Arendsoog-serie.

Karl May

De bekende Nederlandse striptekenaar Willy Vandersteen (1913-1990), die waarschijnlijk het best bekend is van de Suske en Wiske-strips, maakte een 56-delige stripserie in zwart-wit, die hij de Karl May-serie noemde. In deze bij Uitgeverij Standaard verschenen serie werden vanaf 1963 de bekende verhalen van Karl May in stripvorm weergeven. Alle legendarische figuren uit het Karl May-epos zoals Winnetou en Old Shatterhand komen in deze strip voor.

Zilverpijl

Een andere Nederlandstalige Indianenstrip is Zilverpijl van het echtpaar E. en F. Sels. Bij Uitgeverij Blitz verschenen vanaf 1987 tien albums over de belevenissen van deze jonge Kiowa-Indiaan. Het sympathieke karakter van Zilverpijl wordt in elk deel op de proef gesteld als hij samen met zijn blanke vriend en zijn poema het avontuur tegemoet gaat. De tekeningen stijgen zeker boven de middelmaat uit en de verhalen trachten de Indianen als mensen weer te geven.

Apache

Nog een strip over de Apache Indianen heet Apache en werd gemaakt door Norma (tekeningen) en Roger de Lecureux (tekeningen). Bij Uitgeverij Panda verschenen vanaf 1981 vier delen van deze ingekleurde stripserie, die in de eerste plaats bedoeld zijn voor de jongere geïnteresseerden onder ons. Elk album bevat twee verhalen over de belevenissen van Okada, de zoon van een blanke trapper en een Apachevrouw van de Bedonkohe-groep. De verhaallijn is vaak verweven met historische gebeurtenissen en daar waar dit het geval is, wordt de lezer er ook op gewezen door middel van voetnoten.

Jonathan Cartland

De strip Jonathan Cartland van Laurence Harlé (tekst), Michel Blanc-Dumont (tekeningen) en Claudine Blanc-Dumont (inkleuring) staat bij kenners bekend als een der beste wildwest-strips. Bij Uitgeverij Dargoud verschenen negen albums over de avonturen van deze ietwat vrijgevochten blanke cowboy. De hoofdpersoon krijgt niet voor niets in het vierde deel de bijnaam “De Indianenvriend”. Deze strips geven een goed beeld van een van de woeligste periodes in de geschiedenis van de mensheid: het Amerikaanse Wilde Westen. Dit gebeurt zowel van de blanke als van de Indiaanse kant.

Luitenant Blueberry

Eveneens bij Uitgeverij Dargaud verschenen 35 verschillende albums over de avonturen van de sympathieke Amerikaanse militair Luitenant Blueberry. In niet al deze delen komt Blueberry met Indianen in contact, maar waar dat wel gebeurt, gebeurt dit waarheidsgetrouw en sympathiek. De beroemde Apache-opperhoofden Cochise en Victorio komen beiden voor in deze ingekleurde stripserie, die gemaakt werd door Charlier (tekst) en Giraud (tekeningen). De lezer zal onderhand wel opgemerkt hebben dat stripmakers een grote voorkeur hebben voor de Apache Indianen.

Turi en Tolk

Er ik ook een strip gemaakt over de Samen (Lappen) van Scandinavië, het enige inheemse volk in Europa. De strip heet Turi en Tolk. Deze strip verscheen begin jaren ’80 in het toenmalige striptijdschrift Wham. Ik vind deze strip nog steeds een der beste weergaven van het leven van een inheems volk in stripvorm. In een van de delen wordt een groep Samen naar Groenland geroepen om daar een kudde rendieren naar een groep Inuit (Eskimo’s) te hoeden, waaronder een grote hongersnood heerst. De auteur van Turi en Tolk is reeds lang met deze strip gestopt en is tegenwoordig werkzaam als natuurtekenaar in de omgeving van Hamburg.

Gelukkig heeft Uitgeverij JNK te Hamburg besloten de avonturen van Turi en Tolk, in een beperkte oplage, opnieuw uit te geven. Van deze Duitstalige uitgave in hardcover worden slechts 555 exemplaren per deel gedrukt. Twee delen zijn reeds verschenen. Er zullen er nog acht volgen. Deze delen worden opnieuw ingekleurd.

Lakota, an Illustrated History

Liefhebbers van Indianenstrips opgelet! Sinds 1996 is de geschiedenis van de Lakota Indianen verkrijgbaar in stripvorm. De strip heet “Lakota, an Illustrated History” en is getekend door de Braziliaan Sergio Macedo. Een man die eerder actief was op het gebied van de science fiction-strips. Met dit meesterwerk wordt de auteur een geduchte concurrent voor Derib als het gaat om de beste Indianenstrip ooit getekend. Aan de hand van het fictieve personage Thunder Eagle, een neef van Crazy Horse, behandelt hij de periode van pakweg 1800 tot aan het bloedbad bij Wounded Knee in 1890.
Alle hoofdrolspelers in dit epische drama als Sitting Bull, Crazy Horse, Red Cloud, President Grant en Generaal Custer komen voor in de strip. Al op de eerste pagina wordt duidelijk dat de auteur een diepgaand onderzoek heeft verricht naar de geschiedenis en gewoontes van de prairie Indianen.
Alle prachtige tekeningen zijn gemaakt met behulp van acrylische verf. De strip is voorzien van een nawoord van Floyd Red Crow Westerman (acteur in onder andere Dances with Wolves). Helaas heeft de auteur na dit deel geen Indianenstrips meer getekend.

James Healer

Een tweejarig jongetje van blanke ouders overleeft als enige van het gezin een auto-ongeluk. Hij wordt door Indianen opgevoed. Eenmaal volwassen gaat James Healer als privé-detective door het leven en gooit daarbij zijn helderziende vermogens in de strijd. Dit is het basisgegeven van deze strip van Giulio De Vita (tekeningen) en Yves Swolfs (scenario). Bij uitgeverij Lombard verschenen reeds drie delen in deze reeks. De eerste twee delen vormen een aansluitend verhaal waarin Healer jacht maakt op een enge seriemoordenaar. Het hele gegeven van Healers helderziendheid en zijn Indiaanse opvoeding wordt vaak nog te weinig bij de verhaallijn betrokken. Toch zijn de scenario’s pakkend en de tekeningen voortreffelijk. James Healer is zonder twijfel een der betere strips in het zogeheten “derde stroming” genre.

Quetzalcoatl

Mitton is onder andere auteur van een reeks over de oude Vikingen. De thematiek van al zijn werk is samen te vatten in twee sleutelwoorden: geweld en erotiek. En wat dat betreft heeft Mitton voor een welhaast ideale setting gekozen voor de strip Quetzalcoatl, want in de wrede Azteekse samenleving op haar hoogtepunt was aan beide elementen geen gebrek. De serie lijkt losjes gebaseerd te zijn op de monumentale historische roman “Aztec” van Garry Jennings. In plaats van een mannelijke hoofdpersoon is de hoofdpersoon in Mittons serie niemand minder dan Dona Marina (ook wel bekend als La Malinche, Malinalli Tenepal of Malintzin). Zij was de vrouw die Hernando Cortez in 1519 naar de hoofdstad van het Azteekse rijk gidste en tevens zijn minnares werd.
Mitton gebruikt het leven van Dona Marina om de situatie en de geschiedenis van het Azteekse rijk te schetsen zoals die bestond op de vooravond van haar ondergang. Wat betreft het leven van Dona Marina veroorlooft hij zich wel bepaalde vrijheden: zij wordt door Azteekse krijgers tot slaaf gemaakt, ontkomt ternauwernood aan de offerdood en schopt het tot concubine van de Azteekse keizer. Zij voegt zich bij de conquistadores om zich op hem te kunnen wreken. Deze schets komt niet overeen met de geschiedenis zoals wij die kennen. Echter, Mittons tekeningen in de serie zijn minutieuze weergaven van een verloren beschaving die uniek zijn in de historie van de strip. Voor (volwassen) liefhebbers van historische strips kan ik deze serie dan ook warm aanbevelen. De vijf tot nog toe verschenen delen verschenen bij Uitgeverij Talent.

Kane

Bij uitgeverij Farao verscheen één deel met de titel “Dood met blote handen”. Alhoewel de tekeningen zeer zeker niet slecht te noemen zijn, is het verhaal niet al te inspirerend. Het lijkt een beetje op een gewelddadige en vrouwonvriendelijke Western waarin Indianen van de Apache stam figureren. Een van de vrouwelijke leden sluit zich aan bij de cynische hoofdpersoon Kane. Verdere avonturen van dit tweetal zijn er nooit verschenen.

Black Hills

De zoveelste Western op stripgebied zal de lezer denken. Maar Black Hills van Yves Swolfs (scenario) en Marc-Renier (tekeningen) is zeker een van de betere. Bij uitgeverij Arboris verschenen vier delen van deze serie. Het verhaal gaat over twee mannen, een trapper en een fotograaf wier paden elkaar eind negentiende eeuw kruisen. Samen zijn zij getuige van de zich razendsnel verspreidende “Ghost Dance”. Een messianistische religieuze beweging onder de Indianen die uiteindelijk tot een gruwelijk bloedbad zal leiden. De tekeningen zijn haarscherp realistisch en van het historische scenario kan precies hetzelfde worden gezegd. Helaas ligt het tempo van de verteltrant ietwat laag. Echter, Black Hills is een historisch verantwoorde Westernstrip zoals er maar weinig zijn.

Westernreeks

Bij uitgeverij Mondria verschenen de twee delen van de Westernreeks van de auteurs Serpieri en Ambrosio. Deel één bevat twee verhalen: “Vrouwen aan de grens” en “John en Mary, Mary en John”. Deel twee bevat drie verhalen: “Takuat”
,”Hoe Vossenstaart bandiet werd” en “Donderstok”. Het is vooral in het tweede deel dat de Indianen een prominente rol spelen waarbij ook zeer zeker hun menselijke kant naar boven komt. De zwartwit tekeningen in beide delen zijn voortreffelijk getekend. De verhaallijn is soms ietwat wreed maar tegelijkertijd ook boeiend en realistisch. Bij uitgeverij Loempia verschenen twee delen van de tekenaar Serpieri in hardcover, Shona en Sarah. Deze op volwassenen afgestemde westernstrips zijn in kleur. Het verhaal “Vrouwen aan de grens” is in kleur herdrukt in het album Shona.

Pioniers van de nieuwe wereld

Bij uitgeverij Glénat verschenen tot nu toe 16 delen van de ingekleurde stripserie Pioniers van de nieuwe wereld. Deze serie tracht de verovering van Canada weer te geven vanaf het jaar 1755. Het feit dat de serie met 16 delen nog lang niet is afgesloten, geeft al een indicatie van het tempo van de verteltrant van de strip. Ook is de strip niet altijd even realistisch en weten de auteurs helaas slechts zelden te ontkomen aan de gangbare stereotypen over Indianen. De tekeningen, in het bijzonder die van het Canadese natuurschoon, gaan in kwaliteit vooruit als na album 6 Erwin Sels de tekeningen voor zijn rekening neemt. Pioniers van de nieuwe wereld is een historisch verantwoorde stripreeks en bij uitstek geschikt voor de jeugd.

Lance Crow Dog

Lance Crow Dog is FBI-agent en halfbloed Lakota Indiaan (een interessante combinatie!). Dit is weer een typische “drie stromingen” strip en de tekeningen van Gal Sejourne zijn zeker een van de betere in dit genre. Het is echter de verhaallijn die de strip het interessantst maakt. De auteurs (het scenario werd geschreven door Serge Perrotin) deinzen er niet voor terug uiterst gevoelige onderwerpen in de verhaallijn te verwerken. Zo wordt in deel twee de uiterst gewelddadige situatie op het Pine Ridge reservaat in Zuid-Dakota  begin jaren ’70 van de vorige eeuw weergegeven. De auteurs verdienen een pluim op hun hoed om de moed op te brengen om iets te doen dat schrijvers van romans en filmmakers niet aandurfden. Bij uitgeverij Vinci verschenen vijf delen van deze serie die in de boekenkast van geen enkele Indianenstripliefhebber mag ontbreken!

Tranen van de tijger

Uitgeverij Casterman kwam in het jaar 2000 met de strip de Tranen van de Tijger van de Belg Comes. De strip verscheen oorspronkelijk in het Frans en verhaalt een oude legende van de Indianen van Alaska. Een door haar stam verstoten Indiaanse vrouw is haar schaduw kwijt. Ze ontmoet een medicijnman met fabelachtige toverkrachten. Samen gaan zijn het avontuur tegemoet. Deze zwartwitstrip telt 62 bladzijden. De strip is heel duidelijk in de Japanse Manga-stijl getekend. Eenvoudig maar doeltreffend. De beelden spreken in deze strip voor zich, soms doet de auteur dat bladzijden achtereen zonder tekst. Dit is een indianenstrip die wellicht niet iedereen zal aanspreken, maar hij is vanwege de verteltechniek en tekeningen toch zeker een aanrader.

Copyright, Julio Online, 2007.

[Home] [Natives] [The Cult] [Martial Arts] [Translating] [About me] [Site Map] [E-mail me]